Nederland vergrijst en de zorg dreigt onbetaalbaar te worden. Mede daardoor is er in onze samenleving veel aandacht voor de techniek, het beheer en de complexe organisatie van de zorg. De waarden, die voor goede zorg essentieel zijn, raken op de achtergrond. Toch is zorg meer dan een adequaat aanbod op een vraag. Zorg is allereerst een houding: van omzien naar elkaar.

De Protestants Christelijke Ouderenbond PCOB vindt die dimensie van de zorg van groot belang. Met dit boekje betreden wij het niemandsland tussen de taal van de organisatie en die van de inspiratie. We doen dat aan de hand van tien woorden van zorg, ge?geïnspireerd door de tien woorden van leven die ons in de Bijbel worden aangereikt.

Verschenen in juni 2005 bij de Protestantse Ouderen Bond PCOB. Grafisch ontwerp: Jan Peeters. Najaar 2007 verscheen de tweede druk.

 

4. Maak ruimte voor het geheim (fragment)

De dokter komt binnen als een wervelwind. Ik bied haar koffie aan en haal voor de buurvrouw en mijzelf ook een vers bakje. ‘Zo’, zegt de dokter als ze aan tafel is gaan zitten. ‘Hoe is het met u, mevrouw?’
Mijn buurvrouw begint aarzelend te vertellen. Over de wond, hoe ze nog steeds haar arm niet goed kan gebruiken, en hoe haar man altijd tegen haar zei dat…
De dokter haalt een stapel papieren uit haar tas en begint erin te bladeren. Af en toe kijkt ze de buurvrouw even aan en knikt. Dan begint ze midden in een zin van haar over het rapport van de thuishulp. De rest van het gesprek gaat over die afspraken. Tenslotte onderzoekt ze de wond op haar arm en verschoont het verband.
Als ze klaar is, laat ik haar uit. ‘Waarom onderbrak u haar?’, vraag ik bij de deur.
‘Dat verhaal kende ik al’, zegt de dokter, en pakt alvast haar autosleutels.
‘Dan moet u niet vragen hoe het met haar is’, zeg ik.
Als ze weg is wordt het weer stil in huis. Buurvrouw staat op en stapelt voorzichtig de koffiekopjes op om ze naar de keuken te brengen. ‘Lees jij maar even in de krant’, zegt ze tegen mij. Als ze lacht is ze precies mijn moeder.

‘Zes dagen lang kunt ge werken’, zegt het vierde Bijbelse woord, ‘maar de zevende dag is een rustdag die gewijd is aan de HEER’ – aan ‘Ik ben die wordt’. Tallozen zullen dat gebod hebben leren kennen als de reden waarom er op zondag niks mag. Het is jammer als het daarbij is gebleven. Want het woord maakt ons ook duidelijk dat we niet alles zelf in de hand hebben. Dat het goed is om letterlijk stil te staan bij de gedachte dat je niet altijd van alles hoeft, en dat je soms mag rusten in alles wat God voor ons doet.

Volgens het scheppingsverhaal deed God op de zevende dag meer dan niets, deed hij meer dan alleen uitrusten. ‘Op de zevende dag bracht God het werk dat Hij verricht had tot voltooiing’, staat er in het eerste hoofdstuk van Genesis. Oftewel: zonder de rust is de schepping niet af. Het is een zin die vervuld is van het besef dat we wel van alles kunnen doen, maar dat onze activiteiten pas voltooid worden als we ruimte maken voor wat er op ons toekomt.