Wat heeft Stichting Moria in de twintig jaar van haar bestaan geleerd? En wat heeft ze te leren? Zelf en aan anderen? Arjan Broers zoekt naar woorden – en vindt dat we dat moeten blijven doen.

‘Waarom komen er ruim honderdtwintig mensen naar het feest van zo’n kleine organisatie?’, vroeg presentator Cees Grimbergen bij de voorbereiding van de conferentie van 13 november. ‘En waarom komen er zoveel goede sprekers?’

Inderdaad kan Moria op opvallend veel sympathie rekenen. Volgens mij omdat het grote huiselijke huis en het verhaal van de plek een breed levend verlangen aanspreken. Een verlangen dat geen inspirerend extraatje is, maar vitaal voor de organisatie van professionele zorg voor jonge (ex-)delinquenten – en misschien zelfs voor de samenleving.

Sfeerbeeld van de levendige en drukbezochte conferentie van 13 november 2014, in de tuin en het huis van Moria.
Sfeerbeeld van de levendige en drukbezochte conferentie van 13 november 2014, in de tuin en het huis van Moria.

In de tussenrapportage schreef ik: Moria laat zien dat we moeite hebben met wat en wie niet lukt of deugt. Investeren in criminelen, fouten of mislukkingen zien als deel van het leven: we zijn er niet goed in, maar het is wel nodig.

In deze slotrapportage beschrijf ik wat Moria geleerd heeft en te leren heeft, zelf en aan anderen. Ik probeer dat zo kort mogelijk te doen. Dat is moeilijk, want Moria is een zee van verhalen (en dat moet ook!). En bovendien: de kern van dit werk is niet in woorden te vatten – en dus moet je er naar blijven zoeken.

Lees het volledige artikel op www.werkenaanvrijheid.nu