Met De waterdruppel. Weg van God schreef de 91-jarige dominicaan Ernst Marijnissen een opmerkelijk boek. Geïnspireerd door de Schrift en kritisch op het kerkelijk instituut verwoordt hij waar het om zou moeten gaan: ‘Menswording door de ontmoeting met God, die puur goed is.’
Arjan Broers maakte dit interview voor Volzin. Lees hier de hele tekst.
Drie jaar geleden, Ernst Marijnissen was toen 88, zei hij tegen zijn medebroeders in het klooster: “Ik wil graag de woensdag vrij. Wat vinden jullie ervan?”
Hij vertelt het met een glimlach, want het was ook een beetje spel. Zijn broeders zeiden, in dezelfde geest: “Als je het nu niet doet, dan doe je het nooit meer”.
En dus ging Ernst Marijnissen, pater dominicaan in Huissen, elke woensdag na het ochtendgebed met de bus naar Nijmegen, de stad waar hij opgroeide. “Ik ging altijd naar de koffiehoek van de HEMA. Daar had ik uitzicht op de markt en de Waag, het oude stuk van de stad dat niet met het bombardement in 1944 is vernietigd. Ik nam er koffie en een tompoes, en dan schreef ik aan mijn boek.”
Het was er meestal gezellig druk, in de koffiehoek van de Hema. Moeders met jonge kinderen, studenten die een laat ontbijtje kwamen halen. “En ik zat daar dan tussen, met mijn schriftje. Ik werd er heel verstild”, vertelt de kloosterling.
Die verstilling is te voelen in zijn boek. De waterdruppel heet het, ondertitel: Weg van God. We spreken erover op zijn kamer in het dominicanenklooster van Huissen, terwijl buiten beurtelings de zon schijnt en zomerregens neergutsen. Het is een bijzondere atmosfeer, daags na de drukbezochte uitvaart van zijn medebroeder en collega-auteur André Lascaris, die op 6 juli overleed, 77 jaar oud.
“Zijn dood heeft me aangegrepen”, zegt Marijnissen. “Ik zal nooit vergeten dat we in 1980 een broedergesprek hadden over de vraag: waarom leef je in het klooster? Het ging over van alles, maar André zei toen heel eenvoudig: ‘Om God te zoeken’. Ik heb dat altijd onthouden en het kwam naar boven toen ik dit boek ging schrijven. In essentie gaat het om God. Dat heb ik proberen te verwoorden.”
Lees hier de hele tekst op de site van Volzin of als pdf.
Piet Agernent
27 september 2017 — 11:14
Geachte heer,
Een indrukwekkend getuigenis dat mij in ieder geval uitnodigt om het boek “De waterdruppel. Weg van God” toch maar eens ter hand te nemen. Helaas verstaat niet iedereen die uitnodiging. En dat vind ik toch jammer. M.i. komt dat door de soms, door andere theologen vaak gebezigde taal. Zo is hier de ondertitel “Weg van God” nu niet bepaald meteen begrijpelijk. (Wil Marijnissen of zijn uitgever daarmee zeggen dat hij van God weg wil, Hem wenst af te schaffen; heeft ie misschien een bepaalde levensgang – Christenen werden immers van oudsher ‘mensen van De Weg’ genoemd! – voor ogen: het geleid worden door de vermeende wil, wensen, optiek van de christelijke God/Vader enz.; of wat anders, zoals: bekoord/aangetrokken/geboeid worden door, of onder de indruk zijn van .. de God/Vader van Jezus van Nazareth, o.i.d.?) Je moet ook maar bekend zijn met de meerduidigheid van uitdrukkingen in onze taal, en bereid c.q. in staat zijn om de exacte betekenis van die ondertitel bijv. even te laten rusten en te wachten tot ze je tijdens het verder lezen alsnog duidelijk wordt (of niet natuurlijk). Dat lukt bepaald niet iedereen, en vooral niet wanneer de ene moeilijkheid na de ander zich opstapelen en de frustratie doet stijgen. De norm in de samenleving is immers dat je jargon moet mijden en niet associatief, suggestief mag zijn in je gesproken/geschreven taal; als men het van jou niet pikt, dan verwacht je immers ook dat anderen zich houden aan die ongeschreven wet. Menigeen schijnt daarom reeds gevallen te zijn over het niet meteen heldere taalgebruik, zo merkte ik in mijn naaste omgeving, maar las ik ook in het commentaar van hoofdredacteur Anton de Wit in “Katholiek Nieuwsblad” van 21 september j.l. (Zie hun website!) Helaas ben ik er aanvankelijk ook ingetrapt. (Macht der gewoonte?) Excuses. Ik hoop mijn leven op dit punt te beteren. Bovenstaand artikel lezend ben ik namelijk gaan inzien dat er mogelijk meer verwantschap is tussen het geloofsinzicht van p. Marijnissen en o.g. dan ik aanvankelijk vermoedde. Misschien kan ik dus toch iets van deze dominicaan leren. Het blijft echter – denk ik nog steeds – moeilijk om het gekoesterde idee van ‘God als mysterie’ te combineren met het eveneens gekoesterde relationele begrip ‘God de Vader’, ‘God die zichtbaar wordt/werd in Jezus’. Het ene verlangt immers een verregaand zwijgen, terwijl het andere vrij concreet en door eenieder te ervaren is, en dus weldegelijk besproken kan én mag worden. En wie kan dat uithouden: twee zielen of mentale houdingen in zijn borst? Enfin; op naar de boekhandel!
M.vr.gr.