Wanneer is iets begonnen? Wanneer houdt iets echt op? Voor de fraters maristen reisde ik in april 2018 naar hun geboortegrond in Frankrijk, om er een van hun oerverhalen op te tekenen: die over het tuintje van frère François. Ik droeg het voor tijdens een bijzonder overgangsmoment op 9 juni 2018, in Nijmegen. ‘Begin met liefde en het einde raakt zoek.’

Dat ik mag werken voor mensen en organisaties die mij voeden, dat is toch wel het grootste geluk in mijn werkend bestaan. De fraters maristen leven hun adagium ‘aandachtig aanwezig’ en zijn gericht op de vorming en begeleiding van jongvolwassenen. Ik maakte eerder bijvoorbeeld het interviewboek Echt zijn en raakte betrokken bij het werk van de door de fraters opgerichte stichting Moria. Ontmoetingen die in mij een blijvende indruk hebben achtergelaten.

Anderhalf jaar geleden vertelde ik het eerste oerverhaal van de congregatie, over de tafel die stichter Marcellinus Champagnat eigenhandig timmerde. Nu mocht ik het tweede oerverhaal optekenen en vertellen, over ‘het tuintje van frère François’.

Wanneer is iets begonnen? Wanneer houdt iets echt op? Die vraag onderzoek ik in het verhaal, dat ik voordroeg tijdens een indrukwekkende ceremonie op het terrein van de Nijmeegse villa Westerhelling.

Op de plaats waar tot afgelopen voorjaar drie monumentale bomen stonden, die vanwege leeftijd en ziekte gekapt moesten worden, zijn drie jonge linden geplant. Een symbolische gebeurtenis, nu de fraters stappen terugzetten en hun werk overdragen aan de stichting Leerhuis Westerhelling.

Bij de ceremonie werd aarde, rots en water gebruikt van de geboortegrond van de congregatie, het prachtige centrum l’Hermitage, in de bergachtige streek de Pilat, onder Lyon.

lHermitage in Saint Chamond

Het tuintje begon als een bezigheid van een vermoeide man. In 1859 ging frère Francois met pensioen, hij was twintig jaar overste geweest. Hij was als de eerste zoon van de congregatie. Als kind van tien jaar had zijn moeder hem aan père Champagnat gegeven. “Doe met hem wat je wilt”, had ze gezegd. “Ik heb hem aan Maria opgedragen.”

Na zijn pensioen verdiepte François zich in de geneeskunde, om zijn zieke medebroeders te kunnen helpen. De moderne medische wetenschap bestond nog niet, het enorme boek over de geneeskracht van kruiden en planten dat hij gebruikte was al decennia oud. Hij ging planten kweken en maakte er compressen, zalfjes en drankjes van. Hij hield zorgvuldig bij welke kruiden hij gebruikte en in welke verhoudingen en hij droeg zijn kennis over aan de jonge Emanuel. Die maakte er later een kruidendrank van die de congregatie redde, toen de fraters vanwege de antikerkelijke wetgeving in 1903 Frankrijk moesten verlaten.

Le jardinet du frère François staat voor de zorg van de eerste opvolger van de stichter, een ingetogen man die genoot van de energie van jonge mensen. ‘Sta niet toe dat je in verdriet of verveling blijft hangen’, schreef hij, ‘want dat is het werk van de vijand. Jullie die God dienen en die kinderen van Maria zijn: leef blij, licht van hart en levendig.’

Begin met liefde en het einde raakt zoek.

(Het hele verhaal is hier te lezen als pdf: Het tuintje van frere Francois)

Langs l’Hermitage loopt het riviertje de Gier.
Het tuintje in het vroege voorjaar.
Schaduw op de muur van het eerste huis van de congregatie.
Het tuintje was vervallen, maar is door een Italiaanse frater weer in ere hersteld, toen hij na zijn pensioen (!) in het grote huis kwam wonen.
Beeld uit de gebedsplaats van de eerste broeders, in hun huis in La Valla en Gier.
La transportation.