Met Grote verwachtingen levert journalist en historicus Geert Mak opnieuw een boek af over Europa. Dit keer gaat het over geschiedenis waar we middenin zitten: het tumultueuze begin van de 21e eeuw. ‘Ik heb een voorspel geschreven op iets wat gaat komen. Maar wat?’

verschenen in Magazine KBO-PCOB, december 2019

Vijftien jaar geleden verscheen In Europa, een dikke pil over het continent in de 20e eeuw. Ook toen spraken we elkaar voor Nestor, een van de voorgangers van dit magazine. ‘Er komt een grote Europese crisis aan’, zei Geert Mak toen, ‘en die is nodig ook’.

De 21e eeuw is nog jong, maar aan crises is er geen gebrek: aanslagen, een bankencrisis, de Brexit, klimaatveranderingen. ‘Het is allemaal geschiedenis die ik zelf meegemaakt heb’, zegt Mak. Voor dit boek werd hij weer wat meer journalist, een vak dat hij vele jaren uitoefende, tot hij doorbrak als historicus met bestsellers als Hoe God verdween uit Jorwerd en De eeuw van mijn vader.

Het is vreemd: we voeren een prettig gesprek in de bibliotheek van een mooi Amsterdams hotel. Buiten wandelen toeristen langs en strijkt het herfstlicht langs de grachten. En ondertussen bespreken we dat de wereld in hevige beroering is. ‘Het zijn interessante én gevaarlijke tijden’, zegt Geert Mak. ‘Helaas gaat dat meestal samen. Ik heb het boek vanuit een enorm gevoel van urgentie geschreven, want er staat veel op het spel.’

Het meest maakt hij zich zorgen over de instabiliteit in de wereld. ‘Na de Tweede Wereldoorlog zijn er met name in het internationale systeem allerlei veiligheidsklemmen ingebracht. Checks and Balances, bedoeld om nieuwe oorlogen te voorkomen. Maar dit systeem wordt nu met een geweldige nonchalance afgebroken, vooral door de Verenigde Staten. En tegelijk wordt het westerse democratische model, waarvan we dachten dat het de wereld zou overnemen, nu van binnenuit uitgehold. Kijk naar de crisis in de Britse democratie, naar wat er nu in Amerika gebeurt.’

De opkomst van populistische leiders speelt daar een grote rol in. ‘De waardering voor het vakmanschap van diplomaten en politici valt weg’, zegt Mak. ‘Donald Trump in de VS, Matteo Salvini in Italië, Boris Johnson in Groot-Brittanië en Thierry Baudet bij ons: ze voeren voortdurend campagne, maar weten niets van het vak van besturen. De Britten hadden altijd uitstekende diplomaten, nu hadden ze geen enkel plan voor de Brexit. Niet te geloven.’

Ook het economisch systeem van het westen kraakt. Sinds de jaren tachtig zette het neoliberalisme de toon, daar komt nu langzaam een einde aan, vindt Mak. ‘Eindelijk begint men in te zien dat je efficiency en de vrije markt niet alles oplossen. Maar deze ideologie heeft enorme invloed gehad. De publieke sector heeft enorme klappen gekregen. Onderwijs, zorg en politie zijn jarenlang geleid en georganiseerd door een kaste van managers die de inhoud, het eigenlijke werk, vaak niet kenden en die professionals geen vertrouwen gaven. Maar als je altijd alleen maar kiest voor efficiency, schaadt je uiteindelijk de kwaliteit van leven. En dat gaat vooral ten koste van de mensen die het niet alleen redden.’

In het boek Grote verwachtingen klinkt de betrokkenheid van Geert Mak meer door dan in zijn vorige boek over Europa. Dat heeft met de urgentie van de problemen te maken, maar ook met Europa zelf, en met zijn eigen positie. ‘Het goede is dat we nu meer een Europees gesprek hebben dan in 2004’, zegt hij. ‘Wij praten nu in ons land over de verkiezingen in Griekenland en Groot-Brittannië, want we weten dat we er alles mee te maken hebben. Bij de laatste Europese verkiezingen kwam een kwart meer mensen stemmen. Dat vind ik winst.’

Zelf merkt hij dat zijn positie verandert, nu hij ouder wordt. ‘Ik zit wel bij De Wereld Draait Door, maar eerder als een oude dorpsschoolmeester dan als analist. Kijk, als je ouder wordt verlies je aan snelheid en scherpte, maar je overzicht en relativeringsvermogen worden sterker. Ik weet nu beter waar ik fel op moet zijn en wat maar tijdelijk is.’

Dat klinkt aanlokkelijk, en Mak beaamt dat. ‘Het is prettig. Ik voel me zekerder. Toen ik dit boek schreef had ik meer dan voorheen begrip voor de duivelse dilemma’s waar Europese beleidsmakers voor staan, ook al ben ik het lang niet altijd met hun keuzes eens. Maar waar ik tijdens het schrijven steeds kwader om werd, was de crisis van 2008. De bankensector is echt alleen met zichzelf bezig geweest. En wat een lafheid ook. Altijd roepen om de vrije markt, maar toen puntje bij paaltje kwam, konden ze alleen gered worden met publiek geld. Dat is schandelijk, want die prijs is betaald door de publieke sector, van de kunsten tot de politie en het leger.’

‘En kijk naar de armoede. In Nederland valt het nog mee, maar in Duitsland hebben gepensioneerden soms maar 40 of 45 procent over van wat ze eerder verdienden. In Berlijn zie je overal ouderen blikjes verzamelen voor het statiegeld. In een van de rijkste landen van Europa! Dat is toch gênant?’

Aan de andere kant zijn er ook verschijnselen die Geert Mak relativeert. ‘Neem de opkomst van Geert Wilders en Thierry Baudet. Zij zijn symptomen van onvrede in de maatschappij, maar als politieke bewegingen zijn ze tijdelijk. Anders dan Marine Le Pen in Frankrijk en het Vlaams Belang in België zijn ze slecht georganiseerd. Het kan zijn dat de partij van Baudet op den duur een radicaal conservatieve beweging wordt, maar dat moet ik nog zien.’

‘Het probleem is wel dat ze een bepaalde manier van denken normaler maken: feitenvrij en boos en op of over de rand van het racisme. Daardoor hebben ze invloed. Maar de middenpartijen komen weer op. Er kan weer meer balans ontstaan. Daarom vind ik het Nederlandse poldermodel ook helemaal niet zo gek. Je smeed daarin een democratische meerderheid, terwijl je ook rekening houdt met de minderheden. Ik ben het niet vaak eens met premier Mark Rutte, maar hierin wel: alles overziende is Nederland, in vergelijking met de rest van de wereld, toch nog steeds een gaaf land.’

Geert Mak is van 1946, een babyboomer. Hoe vindt hij dat zijn generatie het doet, in deze veranderende samenleving? ‘Er is in mijn generatie iets idealistisch én iets hedonistisch aan het werk. Velen hebben geprofiteerd van de neoliberale rijkdom, maar ook zijn er velen die er het slachtoffer van zijn geworden. Het hedonisme zie je aan het uitbundige rondreizen en het “na ons de zondvloed”. Tegelijkertijd zie ik heel veel generatiegenoten die licht om zich heen verspreiden. Als vrijwilliger voor de gemeenschap, op allerlei manieren. Lees maar eens een tijdje overlijdensadvertenties, dan zie je wat oudere mensen in deze tijd doen en betekenen.’